Vorige week bracht ik een bezoek aan Boomkwekerij Hortus Conclusus, een fijne kwekerij gespecialiseerd in zeldzame bomen voor de kleine tuin. En met “fijne kwekerij” heb ik niet teveel gezegd, wat voor moois staat daar bij elkaar! Ik ben deze kweker nog maar pas op het spoor gekomen en dat terwijl hij hier op een steenworp afstand ligt. Onbegrijpelijk, achteraf gezien, ik heb al heel wat kilometers afgelegd naar kwekers en tuinbezoeken: een paar uur met plantjes tussen de knieën en boompjes over de schouder in de auto terug naar huis, maar een 20 min. ritje op de fiets deed het dit keer. Ik had om 11 uur ‘s ochtends afgesproken en om kwart over twee rolde ik weer naar buiten, voldaan en gelukkig, zoals dat meestal gaat na zoveel moois.
En wat heb ik daar allemaal gezien? Sorbus, Magnolia, Fagus, Ginkgo, Quercus, Ulmus, Acer…. eigenlijk teveel om op te noemen en dan ook nog de soorten waar je nog nooit van gehoord hebt. Bij iedere boom hoorde ook een verhaal. Kweker Jo straalt eigenlijk dezelfde rust en gemoedelijkheid uit zoals dat wel past bij een kweker van trage groeiers. Want dat is eigenlijk waar het voor een deel op neer komt bij “bomen voor de kleine tuin”, ze groeien traag en bereiken pas na jaren hun bescheiden maar toch respectabele hoogte.
De rondleiding begon aan de overkant van de straat, waar de “al wat grotere” bomen in volle grond staan. We liepen langs rijen van eiken, bijzondere Ginkgo’s (zoals ene ‘Jingle Bells’) en heksenbezems: een begrip dat ik nog niet kende, maar zoals Jo uitlegde gaat het hier om genetische mutaties in de betreffende soort, waarbij op één groeitop zich een grote hoeveelheid aan nieuwe groeitoppen ontwikkelen, waardoor de plant een sterk verdicht takkenstelsel krijgt. Vandaar de naam heksenbezem. We liepen verder door de rijen, hier en daar hielden we halt voor een verhaal, werd een takje afgebroken om te ruiken aan de heerlijke amandelgeur die vrijkwam of om een bijzondere bladvorm te bewonderen. De laatste halte, alvorens we naar het kwekerijgedeelte liepen, was bij enkele zeldzame soorten Sorbus, waaronder Sorbus wilfordii één van de favorieten van de kweker. Mijn oog viel ook op Sorbus aucuparia ‘Chinese Lace’, met mooi matgroen blad dat diep is ingesneden.
Op het kwekerijgedeelte stonden de kassen vol met jonge enten, veel Magnolia’s, maar ook weer merkwaardige Sorbus soorten met groot blad dat je helemaal niet aan de Sorbus zou toekennen. Maar goed, de Sorbus heeft ons al eerder om de tuin geleid. In de naastgelegen tuin kon je je tot slot vergapen aan een ruime greep uit de collectie. Eén van de blikvangers was een Ulmus parvifolia ‘Geisha’, maar dan wel één van een 3 à 4-tal meters hoog. Je kunt je wel voorstellen, wie zijn tuin kan inrichten met een dergelijke kwekerij om uit te putten, kan zich gelukkig prijzen.
Nu begrijp je natuurlijk wel, de aanleiding van mijn bezoek was het uitkiezen van een boom voor in de voortuin. Mijn lijstje met mogelijke kandidaten krijgt hiermee weer een bijzondere wending. Ik heb mijn oog namelijk laten vallen op twee eiken. Nu denk ik zelf bij een eik aan een grote majestueuze boom, maar ook hier bestaan dus bijzondere soorten die traag groeien en niet heel groot worden. De eik hier rechts is een Quercus dentata ‘Pinnatifida’ oftewel de tot de verbeelding sprekende “Japanse keizereik”. Hij heeft zeer diep ingesneden blad dat tot wel 30 cm lang kan worden en een mooie herfstkleur krijgt. En (ik durf het bijna niet te zeggen) maar de sierlijkheid van het blad en de boomvorm heeft wel iets weg van een esdoorn. De eik hier links is vooralsnog onbekend. De kweker heeft hem al 20 jaar in zijn bezit (gered van een plek waar hij weg moest) en daarbij is gaandeweg de naam verloren gegaan. Ik heb op het groeninfo forum wat navraag gedaan bij de kenners om te kijken of we het “beestje” een naam kunnen geven. De eerste voorzet is dat het wellicht om een Quercus faginea zou gaan, een “Portugese eik”. De boom heeft al een zeer mooie karakteristieke vorm, hij heeft natuurlijk ook al een serieuze leeftijd. In bomenland is 20 jaar natuurlijk niks voor een boom die wel 400 jaar, en meer, oud kan worden, maar in Kwekerijenland kom je het niet zoveel tegen. Alleen zijn eerder struikachtige groeiwijze plaatst bij mij wat vraagtekens of dit in de voortuin wel goed tot zijn recht komt en of ik daar niet liever iets heb dat meer een boomvorm heeft. Anderzijds spreekt zijn grijsgroene uiterlijk me wel erg aan en een boom met een stukje geschiedenis en wat extra jaartjes is ook niet mis. Het liefst zou ik ze natuurlijk alletwee nemen … en nog een stuk of wat andere erbij, maar kiezen is ook een kunst.