De Japanse Honingboom staat er fantastisch bij. “Onze boom” wordt hij al liefdevol genoemd, omdat hij na de berk de grootste is en … zelf geplant. Het is aandoenlijk om de foto’s terug te zien van toen hij net geplant was. Een ijle bonenstaak, een stammetje als een bezemsteel, met de eerste drie takken die nog recht omhoog stonden. Hij werd zonder kluit geleverd, met “kale wortels” en ik weet nog dat ik die armetierige wortels zag en dacht: als dat maar goed gaat. Nu is hij zowat even hoog als breed, een prachtig takkengestel en om het andere jaar geeft hij ons voorzichtig wat eerste crèmewitte bloemen in het najaar.
In de voortuin daarentegen gaat het wat minder goed. Het Japanse Keizereikje werd dit jaar voor de tweede keer op rij overvallen door spint. Ergens midden in de zomer komen er vlekken op het blad, waarna ze uiteindelijk helemaal bruin worden en af vallen. Zodra je het goed en wel in de gaten hebt is het eigenlijk al te laat om er nog iets aan te doen. Het is triestig om te zien, het boompje is nog maar zo klein en op deze manier krijgt hij ook geen kans om te groeien. Wat is dat toch in de voortuin dat het maar steeds niet wil lukken met een boom. Ik heb me voorgenomen volgend jaar iets preventiefs te gaan gebruiken.
En laat ik dan ook maar meteen het andere trieste nieuws brengen: de esdoorn Acer shirasawanum ‘Aureum’ heeft nogmaals een Verticillium aanval gehad. Alsof het nog niet genoeg was, de boom is nu letterlijk gehalveerd. Toch blijf ik stug volhouden met de grond los en luchtig te houden en in de tussentijd koester ik een halve boom.
Voor de rest is het peis en vree in de tuin. Het is ook weer paddestoelentijd. Het is vooral veel rood met witte stippen dit jaar, lekker traditioneel. De moestuin blijft ook ieder jaar verrassen. Wat het vorig jaar goed deed geeft absoluut geen garanties voor dit jaar. Met de bonen was het snel gedaan. De peulen daarentegen gingen als een trein,… zo hard dat de komkommer (die ook tegen hetzelfde klimrek stond) het onderspit moest delven. In augustus heb ik hem dan terug wat ruimte gegeven toen de peulen eruitgingen. En nu hangt er een piepklein komkommertje aan. Ook de courgette doet niet wat ik van hem gewend ben. De bieten zijn dan weer groter dan ooit.
En dit jaar is er ook voor het eerst Ananaskers, ook wel bekend als Incabes. Dit voorjaar bij de kwekerij kocht ik 3 minuscuul kleine plantjes, of beter gezegd drie setjes kiemblaadjes. Ze waren eigenlijk nog te klein voor de verkoop, maar op mijn aandringen kreeg ik ze toch mee. Doe er maar drie zei ik, voor het geval er één het niet redt. Nou, ze hebben het alle drie gered: 2 staan in een pot en 1 in de volle grond en overal hangen die leuke lampionnetjes. Als je erop duwt voel je de bes vanbinnen al zitten. En ze zijn lekker: zoet en zacht. Voor volgend jaar zal ik er één opzij leggen om de zaadjes uit te halen. Voor nu is het nog even genieten van de laatste warme nazomerdagen. Hopelijk nog genoeg zon om de tomaatjes en chilipepers te kleuren.