En plots is ie daar dan: de langverwachte, veelbesproken en alom naar uitgekeken boom. Hij luistert naar de naam Quercus dentata ‘Pinnatifida’, oftewel Japanse Keizereik. Afgelopen weekend kwam het telefoontje: “hallo met Jo, ik heb de boom gerooid en kan binnen een uurtje voor je deur staan”. Zo gezegd, zo gedaan,… en sindsdien loop ik om de haverklap naar buiten om te gaan ‘kijken’. De knoppen zijn nog niet uitgelopen, dus die primeur ga ik binnenkort krijgen. Tot dan is het kijken naar de takken, waarvan de jonge wonderlijk zacht behaard zijn in tegenstelling tot de oudere die reeds bedekt zijn onder de korstmossen. Daarmee heb je meteen één van de karakteristieken van de boom te pakken. Het is een echte karakterboom, die zal uitgroeien met een grillig gevormd takkenstelsel en een weerbarstige uitstraling. Door de open kroon blijft het zicht op de takken ook altijd aanwezig. Bij mijn boom zit de eerste hoofdsplitsing op borsthoogte en een tweede splitsing iets boven ooghoogte. De kroon zal daardoor dus wat breder worden en van boven meer afgeplat. Door die splitsingen is hij nu al erg ruimtelijk. De zachte beharing op de takken gaan we binnenkort terugzien op de bladeren. Die worden, met ruim 20 cm, flink groot en zijn diep gelobd/ ingesneden. Het blad zal roodachtig brons uitlopen en daarna verkleuren naar middengroen, om in het najaar af te sluiten met een oranje gele herfstverkleuring. Oftewel, wordt op de voet gevolgd.